Argumentatio-1

Paragraaf 70

prudentissima civitas Atheniensium, dum ea rerum potita est, fuisse traditur; eius porro civitatis sapientissimum Solonem dicunt fuisse, eum qui leges quibus hodie quoque utuntur scripserit. is eum interrogaretur cur nullum supplicium constituisset in cum qui parentem necasset, respondit se id neminem facturum putasse. sapienter fecisse dicitur, cum de eo nihil sanxerit quod antea commissum non erat, ne non tam prohibere quam admonere videretur. quanto nostri maiores sapientius! qui cum intellegerent nihil esse tam sanctum quod non aliquando violaret audacia, supplicium in parricidas singulare excogitaverunt ut, quos natura ipsa retinere in officio non potuisset, ei magnitudine poenae a maleficio summoverentur. 

 

Vertaling

Athene wordt de verstandigste staat genoemd, toen die de macht had. Men zegt dat de meest wijze burger Solon is geweest, die de wetten heeft gemaakt die ook vandaag nog gebruikt worden. Toen hem gevraagd werd waarom hij geen straf had bepaald voor diegene die zijn vader of moeder had vermoord, antwoordde hij zich niet te hebben kunnen voorstellen dat iemand dat zou doen. Dat wordt wijs handelen genoemd, omdat hij niets vastlegde voor iets wat daarvoor nog niet begaan was, om het niet eerder onder de aandacht te brengen dan te verbieden. Hoeveel wijzer zijn onze voorouders geweest! Omdat zij begrepen dat niets zo heilig was dat het niet ooit door overmoed zou worden geschonden, hebben ze voor oudermoordenaars een buitengewone straf uitgedacht om diegenen die de natuur zelf niet op de rechte weg kon houden, door de zwaarte van de straf van de misdaad te weerhouden. Ze bepaalden dat zij levend in een leren zak genaaid en zo in een rivier gegooid moesten worden.

[dicuntur (§69)] – traditur – dicunt: de drievoudige verwijzing naar een overgeleverd verhaal versterkt de indruk dat Cicero hier niet zelf iets verzint, maar een oude traditie citeert.

[sapientissimi (§69)] – prudentissima – sapientissimum: onder de toch al wijze Grieken (§69) staat Athene helemaal bekend om zijn verstandige inwoners; in deze stad was Solon de wijste mens. De drie superlatieven helpen om de uitzonderlijke wijsheid van Solon te benadrukken en het contrast met de Romeinse voorouders die nog slimmer waren aan te scherpen (zie ook de uitroep quanto nostri maiores sapientius! iets verderop).

violaret audacia: zie §55 voor een vergelijkbaar gebruik van audacia in een algemene beschrijving van het Romeinse rechtssysteem.

supplicium … singulare: herhaling van §69.

magnitudine poena a maleficio: zie §69 (magnitudi malefici): de woordherhaling benadrukt dat de straf die de voorouders bedacht hadden, goed past bij de ernst van de misdaad.

Solon (ca. 640-ca. 560 v.Chr.): één van de eerste ons bekende politici van Athene. Zijn beroemde wetgeving, die de positie en verantwoordelijkheid van de burgers versterkte, legde hij schriftelijk vast; het was een belangrijke voorganger van de latere democratische staatsinrichting van de Atheense polis. Solon werd in de Oudheid tot de zeven Wijzen gerekend. Zijn zinspreuk mêden agan (‘alles met mate’) is tot vandaag bekend.

natura ipsa: in §63 heeft Cicero benadrukt dat de natuur de hoogste morele en wettelijke instantie is, maar hier blijkt dat voor enkele, zeer uitzonderlijke gevallen deze wetten van de natuur niet voldoende zijn.

ut … magnitudine poenae a maleficio summoverentur: Cicero noemt hier afschrikking als het primaire doel van de straf. Een dergelijk doel is typerend voor het menselijk recht (iura humana), maar past ook bij het goddelijk recht, zoals we zullen zien in de volgende paragraaf.