Exordium

Paragraaf 11

Te quoque magnopere, M. Fanni, quaeso ut, qualem te iam antea populo Romano praebuisti, cum huic eidem quaestioni iudex praeesses, talem te et nobis et rei publicae hoc tempore impertias. Quanta multitudo hominum convenerit ad hoc iudicium vides; quae sit omnium mortalium exspectatio, quae cupiditas ut acria ac severa iudicia fiant intellegis. Longo intervallo iudicium inter sicarios hoc primum committitur, cum interea caedes indignissimae maximaeque factae sunt; omnes hanc quaestionem te praetore manifestis maleficiis cotidianoque sanguine dimisso virtutis ostentui sperant futuram. 

Vertaling

Ook van u, Marcus Fannius, vraag ik indringend om u op dit moment aan ons en aan de republiek net zo te betonen als u eerder gedaan hebt aan het Romeinse volk toen u een soortgelijk proces leidde. U ziet wat een enorme hoeveelheid mensen op dit proces is afgekomen. U bent zich ervan bewust wat iedereen verwacht, welk verlangen er leeft naar strikte en strenge oordelen. Na een lange onderbreking is dit het eerste moordproces dat plaatsvindt, terwijl er intussen heel veel schandalige slachtpartijen zijn geweest. Iedereen hoopt dat dit proces met u als pretor een toonbeeld van deugd wordt en dat het aan de openlijke wandaden en het dagelijkse bloedvergieten een einde maakt.

quoque ... quaeso ut qualem ... quaestioni ... quanta ... quae ... quae: lange alliteratieketen (zie thema stijlfiguren) rondom het belangrijkste woord, quaestio, proces. Zulke alliteratieketens die structuur aan een paragraaf geven zijn een enigzins archaïsch akoestisch taalmiddel (de oudere Cato gebruikte het vaak in zijn speeches) dat Cicero soms inzet om een paragraaf bijzonder te benadrukken.

mortalium expectatio: i.p.v. hominum expectatio, geeft de passage extra verhevenheid.

vides ... intellegis: Cicero spreekt vanuit de zintuigelijke waarneming van Fannius waardoor hij de indruk wekt dat hij precies weet wat deze denkt - een teken van grote zelfverzelerdheid. Bovendien wil hij waarschijnlijk bereiken dat Fannius de hier uitgedrukte gevoelens daadwerkelijk zelf beleeft.

indignissimae maximaeque: twee superlativi naast elkaar, verbonden met een cluster vcan ae-klanken (caedes, factae, quaestionem, praetore), benadrukken de verontwaardiging over de omstandigheden waarin zo veel moorden niet gestraft werden, zie thema politieke context.

M. Fanni: de praetor die voorzitter was van de rechtbank, zie thema strafrechtspraak. Het is niet duidelijk in welk eerdere proces Fannius als voorzitter had opgetreden.

quanta multitudo hominum: omdat de processen in de openlucht plaats vonden, kon er een grote menigte bij aanwezig zijn. Het eerste moordproces na lange tijd (zie longo intervallo) moet ongetwijfeld een bijzonder groot publiek aangetrokken hebben. Hoe lang er geen moordprocessen meer hadden plaats gevonden, is niet duidelijk, maar het gaat tenminste om een tot twee jaren.

severa iudicia fiant: opnieuw spreekt Cicero eerder als aanklager dan als verdediger wanneer hij de rechter vraagt om streng te oordelen, zie commentaar bij §8.

quaeso ut: quaeso is een oude vorm van quaero ('ik vraag'); ut verbinden met impertias. 

omnes hanc t/m sperant futuram [sc. esse]: de tekst is op dit punt niet goed overgeleverd; deze conjectuur is van Dyck: "Allen hopen dat deze rechtbank, met u als voorzitter, nadat de openlijke wandaden en het dagelijkse bloedvergieten zijn uitgebannen, (tot) een vertoon van voortreffelijkheid zullen zijn", waarbij ostentui dus opgevat moet worden als dativus finalis.